ECLI:NL:HR:2024:1575

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
23/03700
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de bewezenverklaring wegens ontoereikende motivering van de bekendmaking van ongeldigverklaring rijbewijs

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 september 2023. De verdachte, geboren in 1992, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij hij was veroordeeld voor het rijden terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, in strijd met artikel 9.2 van de Wegenverkeerswet 1994. De advocaat van de verdachte, J. van der Stel, heeft een cassatiemiddel ingediend, waarin werd geklaagd over de ontoereikende motivering van de bewezenverklaring. De advocaat-generaal, D.J.M.W. Paridaens, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft de klacht gegrond verklaard, omdat uit de bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid dat het besluit van het CBR tot ongeldigverklaring van het rijbewijs aan de verdachte was bekendgemaakt. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsmiddelen geen aantekening bevatten waaruit blijkt wanneer en op welke wijze de brief aan de verdachte is verzonden. Hierdoor was de bewezenverklaring ontoereikend gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/03700
Datum5 november 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 september 2023, nummer 22-000159-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboortedatum] op [geboorteplaats] 1992,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. van der Stel, advocaat in Schiedam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, opdat deze opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd, omdat uit de door het hof gebruikte bewijsmiddelen niet kan volgen dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte aan hem is bekendgemaakt.
2.2
Voor zover het cassatiemiddel daarover klaagt, slaagt het. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal. Dat brengt mee dat bespreking van het restant van het cassatiemiddel niet nodig is.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 november 2024.