ECLI:NL:HR:2024:1456

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
22/03853
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vrijspraak in verkrachtingszaak met betrekking tot betrouwbaarheid van verklaringen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 10 oktober 2022 had plaatsgevonden. De verdachte, geboren in 1983, was in eerste aanleg vrijgesproken van verkrachting, zoals omschreven in artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht. De vrijspraak was onderwerp van discussie, waarbij de advocaat van de verdachte, G. Palanciyan, een cassatiemiddel indiende. De advocaat-generaal, A.E. Harteveld, concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling het cassatiemiddel dat zich richtte op de bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de verklaring van de aangeefster niet als onvoldoende betrouwbaar had aangemerkt, maar dat het hof terughoudendheid had betracht bij het gebruik van die verklaring. Dit leidde tot de conclusie dat het cassatiemiddel niet tot cassatie kon leiden, en de Hoge Raad heeft het beroep verworpen.

De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. De zaak benadrukt de belangrijke rol van de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen in strafzaken, en hoe terughoudendheid in de beoordeling van dergelijke verklaringen kan leiden tot een vrijspraak in eerste aanleg.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03853
Datum15 oktober 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 oktober 2022, nummer 21-004097-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Palanciyan, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 oktober 2024.