Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 oktober 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Coöperatieve Rabobank U.A. en Decos Beheer B.V. en Decos Blockchain B.V. De zaak betreft de bancaire zorgplicht van de Rabobank in relatie tot de opzegging van de bankrelatie, waarbij de bank waarschuwde dat de relatie beëindigd zou worden indien de virtuele valuta (bitcoin) niet verkocht zouden worden. Dit beleid van de bank is in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) geplaatst, waarbij een belangenafweging van belang is. De Hoge Raad heeft de klachten van Rabobank over het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juli 2023 beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van Rabobank verworpen en de bank veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Decos zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak aan deze kosten is voldaan.