ECLI:NL:HR:2024:1382

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
24/00392
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van curator en hoorplicht in faillissementsrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende het ontslag van een curator. De curator, Catharinus Adrianus Hage, had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikkingen van de rechtbank Gelderland, die hem had geschrapt van de curatorenlijst en hem in drie lopende faillissementen had ontslagen. De rechtbank had dit ontslag gebaseerd op het feit dat de curator niet voldeed aan de landelijke Recofa-richtlijn, die vereist dat er een tweede curator aan zijn kantoor is verbonden.

De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank artikel 73 van de Faillissementswet (Fw) had geschonden door de curator te ontslaan zonder hem eerst te horen. Artikel 73 lid 1 Fw stelt dat de rechtbank de bevoegdheid heeft om een curator te ontslaan, maar alleen nadat deze is gehoord of behoorlijk is opgeroepen. De Hoge Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat de curator was gehoord over het voorgenomen ontslag, waardoor de klacht van de curator slaagde.

Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de rechtbank had miskend dat het schrappen van de curator van de curatorenlijst niet automatisch betekent dat hij in een lopend faillissement moet worden ontslagen. De reden van de schrapping moet in de beoordeling worden betrokken. De Hoge Raad vernietigde de beschikkingen van de rechtbank Gelderland en wees de zaken terug naar deze rechtbank voor verdere behandeling en beslissing.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/00392
Datum4 oktober 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
Catharinus Adrianus HAGE,
kantoorhoudende te Ede,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: K. Aantjes.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikkingen in de zaken C/05/08/210 F, C/05/23/192 F en C/05/23/397 F van de rechtbank Gelderland van 23 januari 2024.
De curator heeft tegen de beschikkingen van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot vernietiging en terugwijzing.

2.Uitgangspunten en feiten

2.1
De rechtbank heeft de curator geschrapt van de door de rechtbank aangehouden lijst van curatoren omdat, in strijd met de landelijke Recofa-richtlijn, geen tweede curator aan zijn kantoor is verbonden.
2.2
De rechtbank heeft de curator in drie lopende faillissementen ontslagen. [1] De beoordeling luidt telkens als volgt:
“[De curator] is recent geschrapt van de curatorenlijst. Daarom dient hij als curator in dit faillissement te worden ontslagen en moet een opvolgend curator worden benoemd.”

3.Beoordeling van het middel

3.1
Onderdeel 1 van het middel klaagt dat de rechtbank art. 73 Fw heeft geschonden door de curator te ontslaan zonder hem eerst te horen.
3.2
Art. 73 lid 1 Fw bepaalt, voor zover van belang, dat de rechtbank de bevoegdheid heeft een curator te allen tijde, na hem gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, te ontslaan en door een ander te vervangen. Uit de stukken van het geding blijkt niet dat de rechtbank de curator over het voorgenomen ontslag heeft gehoord of behoorlijk heeft opgeroepen. De klacht slaagt dan ook.
3.3
Onderdeel 2 klaagt dat de rechtbank heeft miskend dat een schrapping van de curatorenlijst nog niet betekent dat een curator in een lopend faillissement moet worden ontslagen.
3.4
Ook deze klacht slaagt. Blijkens de bestreden beschikkingen heeft de rechtbank de curator ontslagen op de enkele grond dat hij is geschrapt van de curatorenlijst, zonder de reden van de schrapping kenbaar in de beoordeling te betrekken. De omstandigheid dat een curator is geschrapt van de door de rechtbank aangehouden lijst van curatoren, rechtvaardigt evenwel niet zonder meer diens ontslag in een lopend faillissement. Of een ontslag op die grond gerechtvaardigd is, zal mede afhangen van de reden van de schrapping.
3.5
De overige klachten van het middel behoeven geen behandeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikkingen van de rechtbank Gelderland van 23 januari 2024;
- wijst de gedingen terug naar deze rechtbank ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
4 oktober 2024.

Voetnoten

1.Rechtbank Gelderland 23 januari 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:764, rechtbank Gelderland 23 januari 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:765 en rechtbank Gelderland 23 januari 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:766.