ECLI:NL:HR:2024:1376
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie betreffende belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van belanghebbende, aangeduid als [X]. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie, waarbij de griffier van de Hoge Raad belanghebbende op 3 juni 2024 verzocht heeft om binnen zes weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Dit verzoek is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar belanghebbende heeft hieraan geen gevolg gegeven.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het niet mogelijk is om te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, aangezien belanghebbende niet heeft gereageerd op het verzoek om de benodigde documenten te overleggen. Hierdoor is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet inhoudelijk zal behandelen, omdat de noodzakelijke informatie ontbreekt.
Daarnaast heeft de Hoge Raad in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De uitspraak is gedaan door de vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.