ECLI:NL:HR:2024:1353

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
22/04381
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van ontnemingsvordering in verband met hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 november 2022. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die is ingesteld tegen de betrokkene, geboren in 1970. De advocaat van de betrokkene, J. Klomp, heeft cassatiemiddelen ingediend. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en, indien de Hoge Raad ervoor kiest om de zaak zelf af te doen, tot terugwijzing van de zaak voor herbehandeling.

De Hoge Raad heeft het vierde cassatiemiddel beoordeeld, dat zich richtte op de wijze waarop het hof de sealbags met henneptoppen en bladafval heeft betrokken in de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De Hoge Raad oordeelt dat het cassatiemiddel slaagt, omdat het hof kennelijk heeft geoordeeld dat de betrokkene uit de hennep in de sealbags geen voordeel heeft behaald. Zonder nadere motivering is het niet begrijpelijk waarom het hof deze hennep niet heeft afgetrokken van de opbrengst van de kwekerij.

De Hoge Raad heeft de overige cassatiemiddelen beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft besloten om de uitspraak van het hof te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/04381 P
Datum8 oktober 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 november 2022, nummer 21-000868-21, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
hierna: de betrokkene.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J. Klomp, advocaat in Enschede, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en, behoudens indien de Hoge Raad ervoor kiest om de zaak zelf af te doen, tot terugwijzing van de zaak, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het vierde cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de wijze waarop het hof sealbags met henneptoppen en bladafval heeft betrokken in de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 24-27.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 oktober 2024.