Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
20 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak, geregistreerd onder nummer 23/03914, heeft de Hoge Raad op 20 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Boermarke Beleggingen B.V. en KMA B.V. (voorheen CS Projects & Investments B.V.). Boermarke, de eiseres tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juli 2023. De zaak betreft de vraag of de voorwaarden voor betaling van een 'fee' bij de verkoop van een pand aan een derde zijn vervuld, en of er sprake is van ongeoorloofd dienen van twee heren.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor het procesverloop, waaronder vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en eerdere arresten van het gerechtshof. De advocaat-generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de advocaat van Boermarke heeft hier schriftelijk op gereageerd.
Na beoordeling van de klachten over het arrest van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Boermarke veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.