ECLI:NL:HR:2024:1125

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
22/03503
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging n.a.v. conflict over gehuurde scooters op Texel

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 8 september 2022. De zaak betreft openlijke geweldpleging, gerelateerd aan een conflict over gehuurde scooters op Texel, waarbij de verdachte en medeverdachte betrokken waren. De verdachte, geboren in 1981, heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat M.G. Vos uit Utrecht. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De kern van de zaak was of het hof terecht heeft geoordeeld dat de geweldshandelingen 'openlijk' hebben plaatsgevonden, ondanks dat uit de bewijsmiddelen niet kon worden afgeleid waar deze precies zijn gepleegd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/03503
Datum10 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 8 september 2022, nummer 23-003161-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.G. Vos, advocaat in Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 september 2024.