Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
10 september 2024.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 25 september 2023 werd gewezen. De zaak betreft een vergismoord die plaatsvond in Amsterdam in 2021, waarbij de bestuurster van een auto, die de vriendin was van het beoogde slachtoffer, om het leven is gekomen. De verdachte wordt beschuldigd van medeplegen van (poging tot) moord, brandstichting in de vluchtauto, vuurwapenbezit, en vernieling en beschadiging van woningen en auto’s. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat G. Spong. De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, en de uitspraak is gedaan op 10 september 2024.