ECLI:NL:HR:2024:1111

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
30 augustus 2024
Zaaknummer
19/00559
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van dagvaarding wegens onbeschikbaarheid dossier in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 september 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof had op 1 februari 2019 een uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die in 1969 is geboren. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat G. Spong cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding.

Tijdens de procedure heeft het hof op 24 augustus 2023 aan de Hoge Raad laten weten dat het dossier in deze zaak in het ongerede is geraakt. De Hoge Raad heeft tevergeefs navraag gedaan naar het dossier, onder andere bij de rechtbank Overijssel. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het dossier niet meer beschikbaar zal komen, waardoor de uitspraak van het hof niet in stand kan blijven. De Hoge Raad heeft besloten de zaak zelf af te doen en de dagvaarding in eerste aanleg nietig te verklaren, omdat de rechter die de zaak zou behandelen niet in staat zou zijn om te beraadslagen en te beslissen op basis van de tenlastelegging.

De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof en de uitspraak van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 17 februari 2017 vernietigd en de dagvaarding in eerste aanleg nietig verklaard. Deze beslissing is genomen zonder bespreking van de cassatiemiddelen, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/00559
Datum3 september 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 februari 2019, nummer 21-001081-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat in Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, behoudens voor zover daarbij de uitspraak in eerste aanleg mocht zijn vernietigd, en tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding.

2.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

Het hof heeft bij brief van 24 augustus 2023 aan de Hoge Raad laten weten dat het dossier in deze zaak in het ongerede is geraakt. De Hoge Raad heeft daarna tevergeefs navraag naar het dossier gedaan, onder meer bij de rechtbank Overijssel. Dat brengt mee dat het er in cassatie voor moet worden gehouden dat het dossier niet meer beschikbaar zal komen. De uitspraak van het hof kan niet in stand blijven, omdat die in cassatie niet kan worden getoetst. De Hoge Raad zal de zaak zelf afdoen en de dagvaarding in eerste aanleg nietig verklaren, nu na verwijzing of terugwijzing van de zaak de rechter naar wie de zaak zou worden verwezen of teruggewezen niet in staat zou zijn te beraadslagen en te beslissen op de grondslag van de tenlastelegging.

3.Beoordeling van de cassatiemiddelen

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van de cassatiemiddelen niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof en de uitspraak van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 17 februari 2017;
- verklaart de dagvaarding in eerste aanleg nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 september 2024.