Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten in beide zaken
offline streaming copy(ook wel
tethered downloadgenoemd) van een auteursrechtelijk beschermd werk moet worden aangemerkt als het maken van een zogenoemde thuiskopie als omschreven in art. 16c lid 1 Auteurswet (hierna: Aw), dat wil zeggen: het reproduceren van een werk ‘zonder direct of indirect commercieel oogmerk’ en uitsluitend dienend ‘tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die de reproductie vervaardigt’. Als dat het geval is, zijn fabrikanten en importeurs van apparatuur waarmee de offline streaming copy kan worden weergegeven, zoals smartphones, tablets en pc’s, een billijke vergoeding verschuldigd (art. 16c lid 2 Aw).
Offline streaming copies,ook wel
tethered downloadsgenoemd, zijn
downloadsof kopieën van werken (muziek, films, kortweg ‘content’) die offline beschikbaar worden gesteld aan een gebruiker van een betaalde streamingdienst (bijvoorbeeld Spotify). Het voordeel van deze faciliteit is dat de gebruiker deze gedownloade kopieën ook kan afspelen wanneer er geen internettoegang is.
offline streaming copywordt aangeboden als integraal onderdeel van de abonnementsdienst van de aanbieder, zodat de aanbieder daar een commercieel doel mee heeft.
offline streaming copyis als volgt:
offline streaming copieswordt geblokkeerd of dat een download wordt verwijderd.
offline streaming copies. De rechtbank heeft de vordering afgewezen. [2]
offline streaming copies/
tethered downloads. [3] Hiertoe heeft het hof, voor zover in cassatie van belang, het volgende overwogen:
VG Wort[ [4] ], en ook punt 37 van de conclusie van de Advocaat-Generaal bij dit arrest. Nederland mag dus extra eisen stellen aan een thuiskopie, waarbij van belang is dat de hier aan de orde zijnde extra eis, dat de kopie niet door [een] commercieel/bedrijfsmatige opdrachtnemer mag worden gemaakt, in ieder geval aansluit bij de tekst en doelstelling van artikel 5 lid 2 b) [Auteursrechtrichtlijn] – zo die eis daar niet al in ligt besloten of daaruit niet al voortvloeit – zodat die voorwaarde niet incoherent is en niet een ongerechtvaardigd verschil in behandeling oplevert.
tethered downloadin gang zet (…) en dat het de aanbieder is die dat kopieerproces vervolgens feitelijk uitvoert en voltooit. Dit handelen van de aanbieder vindt plaats naar aanleiding van een signaal van de gebruiker (het drukken op de knop ‘download’) om dat te gaan doen. Dit betekent dat de aanbieder in opdracht van de gebruiker handelt. Niet betwist is dat de aanbieder hierbij met een commercieel oogmerk handelt.
tethered downloads, valt niet in te zien. Bij de
tethered downloadsituatie zet de gebruiker het kopieerproces in gang, en bij de DVD/CD-kopieer-situatie niet, maar dit geringe verschil kan in het licht van het feit dat in beide situaties sprake is van een opdracht, geen gewicht van betekenis in de schaal leggen.
tethered downloadniet een thuiskopie in de zin van artikel 16c Aw is.
tethered downloadeen ander karakter heeft dan een thuiskopie omdat de rechthebbende de controle over de werken behoudt. Hij bepaalt niet alleen zelf welke werken aan abonnees ter beschikking worden gesteld, maar kan ook zelf (doen) bewerkstelligen dat de toegang tot de
tethered downloadswordt geblokkeerd of dat een download wordt verwijderd.”
3.Beoordeling van het middel in beide zaken
offline streaming copy(door het hof ook aangeduid als
tethered download) niet kan worden aangemerkt als een thuiskopie als bedoeld in art. 16c Aw.
offline streaming copiesmoeten worden aangemerkt als thuiskopieën als bedoeld in art. 16c Aw, omdat het gaat om reproducties die worden vervaardigd door natuurlijke personen voor privégebruik en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk, met gebruikmaking van een technische faciliteit die door een derde (de streamingdienstaanbieder) ter beschikking is gesteld. Het oordeel van het hof (in rov. 4.8) dat
offline streaming copiesreproducties zijn die zijn gemaakt door een – commercieel handelende – derde, is volgens de onderdelen onjuist, dan wel onvoldoende gemotiveerd. Daarnaast klagen de onderdelen onder meer dat het hof heeft miskend dat het vereiste dat de thuiskopie niet mag zijn vervaardigd door een commercieel handelende opdrachtnemer, niet in overeenstemming is met art. 5 lid 2, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn, dat de richtlijn het stellen van deze door het hof gecreëerde eis niet toestaat en dat het stellen van deze eis incoherent is en een ongerechtvaardigd verschil in behandeling oplevert. Met het stellen van deze eis ontstaat immers een onderscheid tussen verschillende technologieën en verschillende categorieën marktdeelnemers die handelen in vergelijkbare goederen, aldus de klacht. De onderdelen betogen voorts dat, nu uit de wetsgeschiedenis van art. 16c Aw blijkt dat de wetgever niets anders voor ogen heeft gestaan dan het getrouw omzetten van de Auteursrechtrichtlijn, art. 16c Aw richtlijnconform dient te worden uitgelegd. Verder is volgens de onderdelen onjuist dan wel onbegrijpelijk dat het hof (in rov. 4.11) heeft geoordeeld dat een
offline streaming copyeen ander karakter heeft dan een thuiskopie op de grond dat de rechthebbende de controle over de werken behoudt, omdat voor de kwalificatie als thuiskopie geen vereiste is dat de rechthebbende de controle over de werken verliest of dat een thuiskopie tot in lengte van jaren moet kunnen blijven bestaan.
offline streaming copyeen opdrachtkopie is, omdat het de aanbieder van de streamingdienst is die, naar aanleiding van een signaal daartoe van de gebruiker (het drukken op de daartoe bestemde knop), het kopieerproces feitelijk uitvoert en voltooit, en hierbij handelt met een commercieel oogmerk. Naar het oordeel van het hof is dus de aanbieder van de streamingdienst degene die de kopie vervaardigt (in opdracht van de gebruiker), en niet de gebruiker (met gebruikmaking van de technische faciliteit van de aanbieder van de streamingdienst). Om deze reden is een
offline streaming copyvolgens het hof niet een thuiskopie als bedoeld in art. 16c Aw en is daarvoor geen thuiskopievergoeding verschuldigd. Voor deze uitkomst pleit volgens het hof ook dat een
offline streaming copyeen ander karakter heeft dan een thuiskopie omdat de rechthebbende de controle over de werken behoudt. Hij bepaalt niet alleen zelf welke werken aan abonnees ter beschikking worden gesteld, maar kan ook zelf (doen) bewerkstelligen dat de toegang tot de
offline streaming copieswordt geblokkeerd of dat een
offline streaming copywordt verwijderd.
offline streaming copywordt gemaakt door de streamingdienst en daarom een opdrachtkopie is, en dat opdrachtkopieën niet vallen onder de Nederlandse thuiskopieregeling, worden door Stichting De Thuiskopie en SONT in cassatie bestreden. Deze partijen voeren echter ook aan dat de uitleg die het hof aan de Nederlandse thuiskopieregeling heeft gegeven, waarbij
offline streaming copiesniet onder die regeling vallen, in strijd is met de Auteursrechtrichtlijn. Voordat kan worden toegekomen aan de klachten van de middelen over de uitleg die het hof aan art. 16c lid 1 Aw heeft gegeven en over de wijze waarop het die bepaling op de feiten in deze zaak heeft toegepast, dient eerst te worden vastgesteld welke betekenis de Auteursrechtrichtlijn in dit verband heeft.
VCAST [10] en
Ocilion [11] , onder verwijzing naar de zaak
Padawan [12] , dat, om zich op art. 5 lid 2, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn te kunnen beroepen, het niet noodzakelijk is dat de betrokken natuurlijke personen de installaties, apparaten of dragers bezitten waarmee de reproducties worden gemaakt, maar dat zij ook “reproductiedienstverlening van derden kunnen ontvangen die de noodzakelijke feitelijke premisse vormt die deze natuurlijke personen toestaat privékopieën te verkrijgen”. Voorts besliste het HvJEU in de zaak
Austro-Mechana/Strato [13] dat de in art. 5 lid 2, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn gebezigde uitdrukking “reproductie, op welke drager dan ook” zich mede uitstrekt tot het maken, voor privédoeleinden, van reservekopieën van auteursrechtelijk beschermde werken op een server waarop de aanbieder van cloudcomputingdiensten opslagruimte ter beschikking stelt van een gebruiker. Deze rechtspraak doet de vraag rijzen of het maken van
offline streaming copieszoals hiervoor in 2.3 onder (i)-(iii) beschreven, kan worden gezien als het door een natuurlijke persoon maken van een reproductie voor privédoeleinden met behulp van door een commercieel handelende derde ter beschikking gestelde technische of andere middelen (zoals een app op het apparaat van de natuurlijke persoon) waarmee de reproductie kan worden gemaakt.
offline streaming copyals een thuiskopie wordt aangemerkt, gelet op de daarin gelegen beperking van het reproductierecht van de auteursrechthebbende. Daarbij zou van belang kunnen zijn dat de rechthebbende de controle over de werken behoudt in die zin dat hij bepaalt welke werken aan abonnees ter beschikking worden gesteld en dat hij kan (doen) bewerkstelligen dat de toegang tot de
offline streaming copieswordt geblokkeerd of dat een
offline streaming copywordt verwijderd (zie hiervoor in 2.3 onder (iii, aanhef en onder g)). Mogelijk is hierbij ook van belang of de rechthebbende door de licentievergoeding die hij van de aanbieder van de streamingdienst bedingt, een vergoeding ontvangt die mede is gebaseerd op het aantal keren dat een
offline streaming copydoor de gebruiker van de streamingdienst wordt afgespeeld. Op grond van deze omstandigheden zou geoordeeld kunnen worden dat de rechthebbende in staat is toezicht uit te oefenen op het gebruik dat van zijn beschermde werken wordt gemaakt door personen die daar op legale wijze toegang toe hebben, en dat het toestaan van
offline streaming copiesbehoort tot de normale exploitatie door de rechthebbende, waarvoor de rechthebbende door uitoefening van het reproductierecht van art. 2 Auteursrechtrichtlijn een vergoeding kan bedingen. Daarin zouden
offline streaming copiesop relevante wijze kunnen verschillen van de gevallen die aan de orde waren in de hiervoor in 3.4.2 vermelde rechtspraak van het HvJEU. Het aanmerken van een
offline streaming copyals reproductie voor privégebruik als bedoeld in art. 5 lid 2, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn dan wel als een thuiskopie op grond van art. 16c lid 1 Aw zou dan mogelijk afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk of de belangen van de rechthebbende onredelijk schaden [14] .
offline streaming copyzoals hiervoor in 2.3 onder (i)-(iii) beschreven, valt onder de in art. 5 lid 2, aanhef en onder b, Auteursrechtrichtlijn opgenomen uitzonderingsmogelijkheid voor privékopieën. Over het antwoord op die vraag is, mede gelet op hetgeen hiervoor in 3.4.2-3.4.3 is overwogen, redelijkerwijs twijfel mogelijk. De Hoge Raad zal die vraag aan het HvJEU voorleggen.
offline streaming copyniet als een thuiskopie wordt aangemerkt, juist in strijd is met en afbreuk doet aan de doelstellingen die worden nagestreefd met de Auteursrechtrichtlijn, waaronder een hoog niveau van auteursrechtbescherming [15] , een rechtvaardig evenwicht tussen de belangen van de rechthebbende en de belangen van de gebruiker [16] en een coherente en techniekneutrale toepassing door de lidstaten van de beperkingen en restricties [17] . De Hoge Raad zal ook een hierop gerichte vraag aan het HvJEU stellen.
5.Vragen van uitleg
offline streaming copy), mede gelet op de driestappentoets (art. 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn), worden aangemerkt als een “reproductie (…) door een natuurlijke persoon voor privé-gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk” als bedoeld in art. 5 lid 2, onder b, Auteursrechtrichtlijn?
offline streaming copiesomvat?
offline streaming copyontvangen, dan wel of zij een vergoeding ontvangen die is gebaseerd op het aantal keren dat een
offline streaming copydoor de gebruiker van de streamingdienst wordt afgespeeld?
6.Beslissing
12 juli 2024.