ECLI:NL:HR:2024:1041

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
21/04263
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van arrest wegens ontbrekende pleitnota in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1988, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat J. Boksem. De advocaat-generaal P.M. Frielink concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht.

De Hoge Raad beoordeelde het eerste cassatiemiddel, dat betoogde dat het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep nietig was, omdat de pleitnota van de raadsvrouw van de verdachte ontbrak in de stukken. Het proces-verbaal van de terechtzitting vermeldde dat de raadsvrouw het woord had gevoerd aan de hand van een schriftelijke pleitnota, maar deze was niet bij de stukken die aan de Hoge Raad waren gezonden. Na navraag bij het hof bleek dat de pleitnota niet meer beschikbaar was. Hierdoor kon de Hoge Raad niet vaststellen of er meer verweren waren gevoerd dan in de uitspraak van het hof waren vermeld.

De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel slaagde, en besloot de uitspraak van het hof te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling. De overige cassatiemiddelen werden niet besproken, gezien de beslissing die werd genomen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04263
Datum9 juli 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 oktober 2021, nummer 21-001374-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat in Leeuwarden, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak nietig zijn, omdat de pleitnota die op deze terechtzitting in hoger beroep door de raadsvrouw van de verdachte aan het hof is overgelegd, zich niet bij de stukken bevindt.
2.2
Volgens het proces-verbaal van die terechtzitting heeft de raadsvrouw van de verdachte het woord tot verdediging gevoerd. Het proces-verbaal houdt in:
“De raadsvrouw van de verdachte voert het woord ter verdediging aan de hand van een schriftelijke pleitnota, die als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd en die aan dit proces-verbaal is gehecht.”
2.3
De pleitnota die in het proces-verbaal is vermeld, ontbreekt bij de stukken die aan de Hoge Raad zijn gezonden. Naar aanleiding van een door de raadsman op grond van artikel 4.3.6.3 van het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden gedaan verzoek is bij het hof nadere informatie ingewonnen. Op grond van die informatie moet worden aangenomen dat die pleitnota niet meer beschikbaar zal komen. De Hoge Raad kan daardoor niet nagaan of op de terechtzitting meer verweren zijn gevoerd dan wel of daar meer uitdrukkelijk onderbouwde standpunten naar voren zijn gebracht dan die in de uitspraak van het hof zijn vermeld. Het cassatiemiddel slaagt daarom.

3.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het tweede en het derde cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 juli 2024.