ECLI:NL:HR:2023:916

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
21/04683
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van elektriciteit ten behoeve van hennepkwekerij met bewijsvoering en vrijspraak in eerste aanleg

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 28 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1960, was aangeklaagd voor diefstal van elektriciteit door middel van verbreking, ten behoeve van een hennepkwekerij. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken, maar het hof had in zijn oordeel vastgesteld dat de verdachte zelf de hennepplanten had geteeld en dat het niet aannemelijk was dat een derde de hennepkwekerij exploiteerde. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsvoering van het hof niet onbegrijpelijk was en dat de bewezenverklaring voldoende gemotiveerd was. De advocaat-generaal E.J. Hofstee had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep werd verworpen, en de bewezenverklaring was naar de eisen der wet voldoende met redenen omkleed. De zaak benadrukt de noodzaak van duidelijke bewijsvoering in strafzaken en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04683
Datum13 juni 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 28 oktober 2021, nummer 23-000368-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Jonk, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaring ten aanzien van diefstal van elektriciteit door middel van verbreking niet uit de bewijsvoering kan worden afgeleid.
2.2
De bewezenverklaring en de bewijsvoering van het hof zijn weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 13 respectievelijk 4, 5 en 14.
2.3
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 16 tot en met 20.

3.Beoordeling van het eerste en het derde cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 juni 2023.