ECLI:NL:HR:2023:801
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Den Haag inzake belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de Staatssecretaris van Financiën. De belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Laghmouchi, had beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 26 augustus 2021, waarin het verzet van de belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 27 mei 2021 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de klachten van de belanghebbende beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft in dit geval geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep in cassatie ongegrond werd verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, en werd in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2023.