Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
6 juni 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 1 maart 2022 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1998. De verdachte is beschuldigd van medeplichtigheid aan medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd, in het kader van een conflict in het drugsmilieu. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat J.J.J. van Rijsbergen. In de schriftuur die aan het arrest is gehecht, zijn cassatiemiddelen voorgesteld. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling is dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 6 juni 2023 het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.