ECLI:NL:HR:2023:722

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
20/03054
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rijden met ongeldig verklaard rijbewijs en bewijsvoering omtrent kennis van ongeldigverklaring

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte had beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het rijden terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het rijbewijs was op 11 april 2014 door het CBR ongeldig verklaard, en dit besluit was aan de verdachte kenbaar gemaakt. De verdachte was eerder veroordeeld voor rijden zonder geldig rijbewijs en had zijn gevangenisstraf in februari 2018 volledig uitgezeten. De Hoge Raad beoordeelde of uit de omstandigheden kon worden afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard op 4 mei 2018. De Hoge Raad oordeelde dat de bewijsmiddelen onvoldoende waren om te concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De Hoge Raad volgde de conclusie van de advocaat-generaal en vernietigde de uitspraak van het hof, maar alleen wat betreft de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03054
Datum16 mei 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 september 2020, nummer 21-006044-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te Arnhem, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de bewezenverklaring van het onder parketnummer
96-087887-18 tenlastegelegde ontoereikend is gemotiveerd, nu uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat de verdachte “wist” dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.2 tot en met 2.10.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het in de zaak met parketnummer 96-087887-18 tenlastegelegde en de strafoplegging;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
16 mei 2023.