ECLI:NL:HR:2023:657

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
22/01070
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over non-conformiteit van bekledingssystemen voor vuilverbrandingsovens

In deze zaak hebben de eiseressen, GMBH, gevestigd in Duitsland, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad heeft de klachten van de eiseressen over het arrest van het hof beoordeeld. De zaak betreft de vraag of er sprake is van non-conformiteit en gebrekkigheid van de 'ankers' van een systeem voor de bekleding van de binnenkant van vuilverbrandingsovens. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de eiseressen niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is gegeven zonder verdere motivering, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiseressen verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/01070
Datum21 april 2023
ARREST
In de zaak van
1. [eiseres 1] GMBH,
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
2. [eiseres 2] GMBH,
gevestigd te [vestigingsplaats], Duitsland,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eiseressen],
advocaten: B.I. Kraaipoel en T.E. Booms,
tegen
[verweerster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: D. Rijpma.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/02/346596 / HA ZA 18-425 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 december 2019 en 26 februari 2020;
b. het arrest in de zaak 200.279.300/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 december 2021.
[eiseressen] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
[verweerster] heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor [verweerster] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseressen] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseressen] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseressen] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
21 april 2023.