Het hof heeft ten aanzien van de verbeurdverklaring van de auto onder meer het volgende overwogen en beslist:
“Beslag
Onder verdachte is een personenauto, merk Volkswagen Golf, met kenteken [kenteken] , inbeslaggenomen. De rechtbank heeft deze auto verbeurd verklaard, omdat deze aan de verdachte toebehoorde en is gebruikt om de onder 2 primair tenlastegelegde kwekerij te bezoeken.
De raadsvrouw van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat een verbeurdverklaring niet aan de orde is, primair vanwege de door haar bepleite vrijspraak en subsidiair omdat de auto niet aan de verdachte toebehoort, maar aan zijn vader, hetgeen onder meer blijkt uit de op de terechtzitting van het hof als getuige afgelegde verklaring van de vader van de verdachte.
(...)
Het hof leidt uit het dossier derhalve af dat de auto de verdachte toebehoort.
(...)
Gelet hierop en in aanmerking genomen dat met behulp van de auto het onder 2 primair tenlastegelegde is begaan, is het hof met de rechtbank van oordeel dat de auto vatbaar is voor verbeurdverklaring.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57 en 3 10 van het Wetboek van Strafrecht.
(...)
Beslissing
(...)
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: personenauto, VW Golf, kenteken [kenteken] .”