ECLI:NL:HR:2023:603

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
16 april 2023
Zaaknummer
21/03843
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over rijden onder invloed van amfetamine en de waarborgen bij bloedonderzoek

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 9 september 2021. De verdachte, geboren in 1975, was in cassatie gegaan na een veroordeling voor rijden onder invloed van amfetamine. De kern van de zaak betrof de vraag of de bloedmonsters van de verdachte tijdig waren verzonden naar het laboratorium, in overeenstemming met de strikte waarborgen zoals vastgelegd in artikel 13.1.d (oud) van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in verkeer. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bloedmonsters 10 dagen na de afname zijn ontvangen door het laboratorium in Duitsland, maar dat de nieuwe werkwijze van de politie voor het bewaren en verzenden van bloedmonsters was nageleefd. De advocaat-generaal A.E. Harteveld had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof zijn niet gegrond bevonden, en de Hoge Raad heeft besloten het beroep te verwerpen zonder verdere motivering, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/03843
Datum18 april 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 9 september 2021, nummer 22-001761-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Kuijper, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
Namens de verdachte hebben J. Kuijper en D.W.E. Sternfeld, beiden advocaat te Amsterdam, daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
18 april 2023.