ECLI:NL:HR:2023:537

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
21/04093
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over wederspannigheid en rechtmatige uitoefening van politiebevoegdheden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 oktober 2021. De verdachte, geboren in 1985, was in deze zaak aangeklaagd voor wederspannigheid, omdat zij tijdens een aanhouding door de politie in haar woning een agent in de arm had gebeten. De centrale vraag was of de politieambtenaren rechtmatig hadden gehandeld bij het betreden van de woning en de aanhouding van de verdachte. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De advocaat-generaal E.J. Hofstee had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. Het arrest is gewezen door vice-president J. de Hullu, met de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/04093
Datum11 april 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 oktober 2021, nummer 23-000319-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 april 2023.