Uitspraak
1.Procesverloop
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
31 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Wouter Johan Pieter Jongepier, curator in het faillissement van Prien Holding B.V. De zaak betreft klachten tegen een tweedefasebeschikking van de ondernemingskamer, waarin het verzoek tot vaststellen van wanbeleid is afgewezen. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van de ondernemingskamer. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De curator had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van de ondernemingskamer van 19 januari 2022. Hoek en [belanghebbende 2] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend, evenals [belanghebbende 3]. De overige belanghebbenden hebben geen verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal B.F. Assink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft in zijn beslissing het beroep verworpen en de curator veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten zijn begroot op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris aan de zijde van Hoek en [belanghebbende 2], en op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris aan de zijde van [belanghebbende 3]. Aan de zijde van de overige belanghebbenden zijn de kosten op nihil begroot.