Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
4 april 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 december 2020. De verdachte, geboren in 1984, was betrokken bij de diefstal van schapen en het witwassen daarvan. De zaak omvatte verschillende juridische vraagstukken, waaronder het gebruik van resultaten van verwantschapsonderzoek als bewijs en de verwerping van verweren met betrekking tot dit onderzoek. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft echter ambtshalve vastgesteld dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vijftien maanden naar veertien maanden en één week. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.