Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
21 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 maart 2022. De zaak betreft een verdachte die in 2019 in Roosendaal vanuit een rijdende auto meerdere malen met een vuurwapen heeft geschoten in de richting van een persoon in een andere rijdende auto. De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, waarbij de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo een schriftuur hebben ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en de procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen en heeft besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals bepaald in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg.