ECLI:NL:HR:2023:383

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
22/00808
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op auto in het kader van strafrechtelijk financieel onderzoek naar witwassen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een klaagschrift van de klaagster, die in verband met een strafrechtelijk financieel onderzoek naar een vennootschap werd geconfronteerd met beslaglegging op haar auto. De rechtbank had eerder geoordeeld dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de klaagster de eigenaar van de auto was. De klaagster heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij haar advocaat, I.A. van Straalen, cassatiemiddelen heeft voorgesteld. De advocaat-generaal, T.N.B.M. Spronken, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de klaagster beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de klaagster verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00808 B
Datum14 maart 2023
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 22 februari 2022, nummer RK 21/2436, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klaagster],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
hierna: de klaagster.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft I.A. van Straalen, advocaat te 's‑Gravenhage, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de klaagster heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 maart 2023.