Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak hebben de ouders, hierna aangeduid als verzoekers tot cassatie, beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft de verlenging van een machtiging tot uithuisplaatsing van hun kinderen, waarbij de ouders niet ontvankelijk zijn verklaard in hun hoger beroep op basis van artikel 1:262b van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag, die in deze procedure relevant zijn. De ouders hebben geen verweerschrift ingediend, en de GI, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, is niet verschenen in de cassatieprocedure. De Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van de ouders schriftelijk heeft gereageerd. Na beoordeling van de klachten over de beschikking van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen.