Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
7 maart 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 10 september 2021 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1983, was in cassatie gegaan tegen de veroordeling voor het medeplegen in voorraad hebben van vervalste merkkleding, zoals bedoeld in artikel 337.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdediging voerde aan dat het hof een door hen aangevoerd alternatief scenario onvoldoende had weerlegd en dat het hof ten onrechte het zwijgen van de verdachte in belastende zin had gebruikt als bewijs. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel was gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.