Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
17 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 19 april 2022 was gewezen. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die in deze strafzaak werd vertegenwoordigd door advocaat F.E. den Hertog uit Amersfoort. De zaak betreft diefstal van hennep en medeplegen van diefstal van hasj, gepleegd door klanten van een coffeeshop in Utrecht. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en de procureurgeneraal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen. Na beoordeling van de ingediende klachten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak is gedaan door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en M. Kuijer, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.