Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
21 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 26 april 2021. De verdachte, geboren in 1977, was veroordeeld voor het aanwezig hebben van 15.000 pillen MDMA, wat in strijd is met artikel 2.C van de Opiumwet. Daarnaast was de verdachte vrijgesproken van medeplegen van moord of doodslag in Valkenswaard in 2014. De Hoge Raad heeft het voorwaardelijk verzoek tot DNA-onderzoek met betrekking tot een zakje met MDMA-pillen afgewezen. De strafmotivering, die resulteerde in een gevangenisstraf van 18 maanden, werd door de Hoge Raad beoordeeld in het licht van het gevoerde straftoemetingsverweer, waarbij de vraag was of het hof de strafoplegging toereikend had gemotiveerd. De advocaat-generaal P.C. Vegter had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en vastgesteld dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.