Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
10 januari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 december 2021. De zaak betreft een gedetineerde die twee medewerkers van een penitentiaire inrichting heeft aangevallen, wat heeft geleid tot beschuldigingen van poging tot doodslag (artikel 287 Sr) en mishandeling (artikel 300.1 Sr). De rechtbank heeft TBS met dwangverpleging opgelegd aan de verdachte.
De verdachte heeft in cassatie aangevoerd dat er sprake was van schending van artikel 51i van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door de afwijzing van het verzoek van de verdediging om een deskundige te benoemen en te horen. Daarnaast werd de vraag gesteld of het arrest voldeed aan de motiveringsverplichting van artikel 359a.3 Sv, gezien het feit dat de inhoud van de bewijsmiddelen onder meer bestond uit rapportages van een psycholoog en twee psychiaters die niet voor het bewijs mochten worden gebruikt.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering hoeven geven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.