ECLI:NL:HR:2023:23

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2023
Publicatiedatum
11 januari 2023
Zaaknummer
22/00331
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake beschadiging door geparkeerde auto

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, gedateerd 19 januari 2022. De zaak betreft de beschadiging van een geparkeerde auto, wat valt onder artikel 350.1 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft op 10 januari 2023 het beroep in cassatie beoordeeld. De advocaat van de verdachte, M.S. Yap, heeft een schriftuur ingediend, welke aan het arrest is gehecht. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten om het cassatieberoep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00331
Datum10 januari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 januari 2022, nummer 20-002599-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.S. Yap, advocaat te Bergen op Zoom, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren J.C.A.M. Claassens en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 januari 2023.