ECLI:NL:HR:2023:209
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, vertegenwoordigd door P. de Haas, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 april 2021. De zaak betreft de aansprakelijkstelling van belanghebbende voor de vennootschapsbelasting die is geheven over het jaar 2008 van [A] B.V. en over de jaren 2008 en 2009 van [B] B.V. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard.