ECLI:NL:HR:2023:201

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
10 februari 2023
Zaaknummer
22/04022
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening zorgmachtiging en wilsbekwaamheid in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die in eerste instantie door de rechtbank Amsterdam was behandeld. Betrokkene had beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat hij niet in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen met betrekking tot de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank had vastgesteld dat er geen sprake was van 'wilsbekwaam verzet' zoals bedoeld in artikel 2:1 lid 6 van de Wvggz. De advocaat-generaal B.J. Drijber had in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig was om te motiveren waarom tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van betrokkene dan ook verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04022
Datum10 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/13/720188 - FA RK 22-4348 van de rechtbank Amsterdam van 4 augustus 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
10 februari 2023.