ECLI:NL:HR:2023:196

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
22/03943
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de beoordeling van wilsonbekwaamheid en medische situatie in het kader van een zorgmachtiging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die verzocht om herziening van een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 22 juli 2022 geoordeeld dat betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en autisme, niet in staat was om zijn eigen belangen te behartigen, wat leidde tot de afgifte van een zorgmachtiging. Betrokkene was het niet eens met deze beslissing en heeft cassatie ingesteld. De officier van justitie in het arrondissement Den Haag heeft geen verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het oordeel van de rechtbank niet werd vernietigd, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep, werd gevolgd.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van betrokkene verworpen, waarmee de eerdere beschikking van de rechtbank in stand bleef. Deze uitspraak benadrukt het belang van actuele medische beoordelingen in zaken die betrekking hebben op wilsonbekwaamheid en zorgmachtigingen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03943
Datum10 februari 2023
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/09/631794 / FA RK 22-4301 van de rechtbank Den Haag van 22 juli 2022.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren S.J. Schaafsma, als voorzitter, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
10 februari 2023.