Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
4 juli 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gedateerd 20 december 2021, in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1961. De verdachte was beschuldigd van bedrijfsmatige hennepteelt van een grote hoeveelheid hennepplanten, meermalen gepleegd, en van diefstal door middel van verbreking van elektriciteit. De Hoge Raad heeft op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in deze zaak.
Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, maar er zijn geen cassatiemiddelen ingediend. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de wet voorschrijft dat een advocaat binnen een bepaalde termijn een schriftuur met cassatiemiddelen moet indienen. Aangezien aan deze verplichting niet is voldaan, kon de Hoge Raad het beroep van de verdachte niet in behandeling nemen.
De Hoge Raad heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door raadsheer C. Caminada, in bijzijn van waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.