ECLI:NL:HR:2023:1820
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van [X], vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 juli 2023. Het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 27 september 2023 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd, is het griffierecht niet betaald.
Op 26 oktober 2023 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, waarin belanghebbende werd uitgenodigd om te reageren op het niet betalen van het griffierecht. Dit bericht is ook per e-mail verzonden. De Hoge Raad ging ervan uit dat belanghebbende dit bericht had ontvangen, maar er werd geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren. Op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) werd het beroep in cassatie daarom niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en is openbaar uitgesproken op 22 december 2023.