ECLI:NL:HR:2023:1799

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
22/04644
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en tekortkomingen in verbintenissenrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Stichting Administratie Ondernemerscentrum Esrein (hierna: Esrein) tegen VEMEDSH DRITTE GRUNDBESITZ GMBH & CO. GESCHLOSSENE INVESTMENTCOMMANDITGESELLSCHAFT (hierna: Vemedsh). De zaak betreft een huurovereenkomst en de vraag of er sprake is van tekortkomingen die ontbinding van deze overeenkomst rechtvaardigen. Esrein heeft eerder beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 20 september 2022 werd gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in deze zaak, waaronder die van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van Esrein schriftelijk heeft gereageerd.

De Hoge Raad heeft de klachten van Esrein over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Esrein verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Vemedsh zijn begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04644
Datum22 december 2023
ARREST
In de zaak van
STICHTING ADMINISTRATIE ONDERNEMERSCENTRUM ESREIN,
gevestigd te Den Haag,
EISERES tot cassatie,
hierna: Esrein,
advocaat: J. Streefkerk,
tegen
VEMEDSH DRITTE GRUNDBESITZ GMBH & CO. GESCHLOSSENE INVESTMENTCOMMANDITGESELLSCHAFT,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Vemedsh,
advocaat: T. van Tatenhove.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak 7782080 CV EXPL 19-11439 van de rechtbank Amsterdam van 5 augustus 2019 en 25 november 2019;
b. de arresten in de zaak 200.275.221/01 van het gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2020 en 20 september 2022.
Esrein heeft tegen het arrest van het hof van 20 september 2022 beroep in cassatie ingesteld.
Vemedsh heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Esrein heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Esrein in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Vemedsh begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Esrein deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
22 december 2023.