Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
22 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 december 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Stichting Administratie Ondernemerscentrum Esrein (hierna: Esrein) tegen VEMEDSH DRITTE GRUNDBESITZ GMBH & CO. GESCHLOSSENE INVESTMENTCOMMANDITGESELLSCHAFT (hierna: Vemedsh). De zaak betreft een huurovereenkomst en de vraag of er sprake is van tekortkomingen die ontbinding van deze overeenkomst rechtvaardigen. Esrein heeft eerder beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 20 september 2022 werd gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten in deze zaak, waaronder die van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van Esrein schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van Esrein over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Esrein verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Vemedsh zijn begroot op € 2.845,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.