ECLI:NL:HR:2023:1785

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
23/01301
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake afvalstoffenheffing en rioolheffing

In deze zaak heeft belanghebbende, aangeduid als [X], beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2023, met nummer 21/01789. Dit hoger beroep was ingediend door de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 20/1649). De zaak betreft de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en de rioolheffing voor het jaar 2019.

De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad concludeert dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Het is niet noodzakelijk voor de Hoge Raad om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 22 december 2023 door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer23/01301
Datum22 december 2023
ARREST
in de zaak van
[X] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BLOEMENDAAL
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2023, nr. 21/01789 [1] , op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 20/1649) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2019 opgelegde aanslagen in de afvalstoffenheffing en in de rioolheffing.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.