Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste tot en met het vijfde cassatiemiddel
3.Beoordeling van het zesde cassatiemiddel
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
19 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een directeur van een bedrijf dat met gevaarlijke stoffen werkt, die werd beschuldigd van het niet nemen van voldoende maatregelen om zware ongevallen te voorkomen, in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet milieubeheer. De verdachte, geboren in 1961, had in eerste aanleg vrijspraak gekregen, maar het Openbaar Ministerie ging in cassatie.
De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, die onder andere stelden dat er geen exploitatieverbod vereist is voordat er sprake kan zijn van overtreding van de veiligheidsvoorschriften. Ook werd de vraag gesteld of het invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem en het uitvoeren van veiligheidsstudies als maatregelen kunnen worden aangemerkt in de zin van de relevante wetgeving. De advocaat-generaal, B.F. Keulen, concludeerde tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad volgde deze conclusie.
De Hoge Raad oordeelde dat de cassatiemiddelen niet tot cassatie leiden, en dat de redenen hiervoor zijn opgenomen in de conclusie van de advocaat-generaal. Tevens werd opgemerkt dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep was overschreden, maar dat dit geen verdere rechtsgevolgen met zich meebracht. Uiteindelijk werd het beroep verworpen, en de uitspraak van het hof bleef in stand.