ECLI:NL:HR:2023:1763

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
23/01843
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van opgeëiste persoon met dubbele nationaliteit naar de Verenigde Staten in verband met deelname aan criminele organisatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 mei 2023. De zaak betreft de uitlevering van een opgeëiste persoon, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft, aan de Verenigde Staten. De Verenigde Staten hebben om de uitlevering verzocht in verband met beschuldigingen van deelname aan een criminele organisatie, waarbij de opgeëiste persoon wordt verdacht van betrokkenheid bij drugshandel, obstructie van de rechtsgang en witwassen, kwalificaties die onder de Amerikaanse 'RICO-Act' vallen.

De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen die door de raadsman van de opgeëiste persoon zijn ingediend, beoordeeld. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten over de uitspraak van de rechtbank niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. Het was niet nodig om te motiveren waarom de Hoge Raad tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitlevering van de opgeëiste persoon aan de Verenigde Staten kan doorgaan. Dit arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de vice-president M.J. Borgers als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01843 U
Datum19 december 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 mei 2023, nummer […], op verzoek van de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering
van
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de opgeëiste persoon.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de opgeëiste persoon heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 december 2023.