Uitspraak
1.Procesverloop
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
15 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door Groep c.s. tegen Holding B.V. naar aanleiding van een bedrijfsovername waarbij geschillen zijn gerezen over de levering van vaste materiële activa, een debiteurengarantie en een dividenduitkering aan de verkopende aandeelhouder. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en het arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank de vorderingen van Groep c.s. terecht heeft afgewezen. De rechtbank en het hof hebben vastgesteld dat de koopovereenkomst niet voldoende duidelijkheid biedt over de activa die aan Groep c.s. zijn overgedragen. De Hoge Raad concludeert dat Groep c.s. niet voldoende bewijs hebben geleverd dat Holding niet aan haar verplichtingen heeft voldaan. Wat betreft de debiteurengarantie oordeelt de Hoge Raad dat Holding niet kan worden gehouden aan een garantie voor een debiteurensaldo dat niet is aangetoond. Tot slot wordt de vordering van Groep c.s. over de dividenduitkering afgewezen, omdat uit de notulen van de aandeelhoudersvergadering blijkt dat Groep c.s. instemming heeft gegeven voor de uitkering. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Groep c.s. in de kosten van het geding in cassatie.