2.2.1Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 4 september 2018 tot en met 13 september 2018 te Goor, gemeente Hof van Twente, in elk geval in Nederland en of Tsjechië, telkens als een persoon, bedoeld in artikel 2, eerste lid, niet aan zijn verplichting heeft voldaan te zorgen dat de jongere [betrokkene 1] , geboren [geboortedatum] 2001 overeenkomstig de bepalingen van paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969, staat/stond ingeschreven als leerling of deelnemer bij een school of instelling, te weten [A] te [plaats] , die volledig dagonderwijs, dan wel een bij de wet geregelde combinatie van leren en werken verzorgt en dat deze jongere deze school of instelling, waar deze stond ingeschreven, geregeld bezocht/bezoekt, zulks terwijl:
a. ten aanzien van de jongere de leerplicht, bedoeld in paragraaf 2 van deze wet was geëindigd, en
b. de jongere geen startkwalificatie had behaald.”
2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal Leerplicht 1969, d.d. 13 september 2018 (pagina’s 1 tot en met 8) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van leerplichtambtenaar en buitengewoon opsporingsambtenaar [verbalisant] :
Als verdachten zijn aangemerkt:
[verdachte] (vader), geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ;
[betrokkene 1] (zoon), geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] .
Schooljaar: 01-08-2018/31-07-2019
relatief schoolverzuim, te weten Kwalificatieplicht
Naar aanleiding van meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim door [betrokkene 2] , medewerker van het Zorgteam van [A] , gevestigd te [plaats] , zijnde een school in de zin van artikel 1 van de Leerplichtwet 1969, is er een onderzoek ingesteld naar het schoolverzuim, van het hieronder genoemde leerplichtig kind, dat geleid heeft tot opmaak van dit proces-verbaal. Dit betreft de periode van 04-09-2018 tot en met 13-09-2018 zijnde 8 schooldagen.
Ik, [verbalisant] , leerplichtambtenaar in dienst van gemeente Hof van Twente, belast met de handhaving van de Leerplichtwet, daartoe aangewezen door burgemeester en wethouders, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar nummer akte van beëdiging 6027421, standplaats Hof van Twente, heb in verband met ongeoorloofd schoolverzuim na dit onderzoek vastgesteld dat:
- De jongere zelf verantwoordelijk is voor het schoolverzuim;
- Vader is mede verantwoordelijk, omdat jongere vermoedelijk bij hem verblijft.
VRIJSTELLING
(kwalificatieplicht)
Tevens heb ik vastgesteld dat de leerplicht als bedoeld in artikel 3 van de Leerplichtwet is geëindigd, maar dat de jongere geen startkwalificatie heeft als bedoeld in art. 7.2.2, eerste lid onder b tot en met e, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Meldingen huidige schooljaar (op grond waarvan pv is opgemaakt)
Schooljaar: 2018 - 2019
1e melding
Periode: 04-09-2018 t/m 13-09-2018
Aantal dagen/uren: 8 schooldagen
Datum melding: 04-09-2018
Interventie leerplichtambtenaar met data: uitnodigen Leerplichtgesprek d.d. 13-09-2018.
Resultaat: Vader en [betrokkene 1] melden zich afzonderlijk af via de mail. Ik heb hen nogmaals aangespoord te verschijnen bij het geplande verhoor. Ik ben ook tweemaal aan de deur geweest; er deed niemand open. Het ziet er verlaten uit.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte aanvullend proces-verbaal Leerplicht 1969 met bijlagen, d.d. 6 juli 2020 voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van leerplichtambtenaar en buitengewoon opsporingsambtenaar [verbalisant] :
Naar aanleiding van meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim door [betrokkene 2] , medewerker van het Zorgteam van [A] , gevestigd te [plaats] , zijnde een school in de zin van artikel 1 van de Leerplichtwet 1969, is er een onderzoek ingesteld naar het schoolverzuim, van het hieronder genoemde leerplichtig kind, dat geleid heeft tot opmaak van dit proces-verbaal. Dit betreft de periode van 04-09-2018 tot en met 20-10-2018. Dit is de dag waarop [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] (vader) met [betrokkene 1] is aangehouden door politie.
Vader is het wettig gezag op 6-9-2018 kwijtgeraakt.
De feitelijke verzorging ligt bij: vader (is het vermoeden).
In bijlage 3 met mailverkeer tussen mij en vader valt op te maken dat [betrokkene 1] tenminste gedurende een aantal weken tot 20-10-2018 bij zijn vader was.
Bijlage 5 (mutatierapport):
Datum: 20 oktober 2018
Staandehouding voertuig. Bestuurder betrof de verdachte [verdachte] [geboortedatum] 1968. De verdachte aangehouden. In het voertuig zat als bijrijder de zoon van de verdachte [betrokkene 1] [geboortedatum] 2001.
3. Een schriftelijk stuk, inhoudende de verklaring van verdachte door het hof op 19 oktober 2021 per e-mail ontvangen van de raadsvrouw van verdachte, voor zover inhoudende:
Ik vertrok maart 2018 naar Tsjechië. Mijn oudste zoon, [betrokkene 1] , kwam naar mij toe. En er was een internationaal opsporingsbevel gekomen, voor [betrokkene 1] . Hierdoor werd ik op 20 okt. (het hof begrijpt: 20 oktober 2018) gearresteerd.”
2.3.1Bij de stukken bevindt zich een e-mail van de raadsvrouw van 19 oktober 2021, gericht aan het hof, met daarbij gevoegd een aantal stukken, waaronder een plan van aanpak jeugdreclassering van 8 juni 2020 met betrekking tot [betrokkene 1] , de zoon van de verdachte. Dit plan van aanpak houdt onder meer in:
“ [betrokkene 1] is in maart 2018 gestopt met school. Hij gaf zelf aan dat zijn hoofd te vol zat door de problemen in de gezinssituatie waardoor hij zich niet kon concentreren en niets opnam in de les. Na overleg met de leerplichtambtenaar en de praktijkondersteuner van de huisarts heeft hij ontheffing van de leerplichtwet gekregen.
(...)
Dagbesteding/onderwijs/vrije tijd: [betrokkene 1] zijn hoofd zit zo vol dat hij niet in staat is om onderwijs of een andere vorm van dagbesteding te volgen.
(...)
Doel: [betrokkene 1] gaat weer naar school of heeft een andere vorm van dagbesteding.
Wie doet wat, wanneer: [betrokkene 1] gaat hierover in gesprek met de [betrokkene 3] en de jeugdreclasseerder. Dit wordt ingezet als [betrokkene 1] er toe in staat is.
Wanneer gerealiseerd: Einde jeugdreclasseringsmaatregel.
Resultaat: Niet behaald
Voortgang op doel: Dit doel vraagt de volledige proeftijd om te onderzoeken wat voor [betrokkene 1] mogelijk is op het gebied van onderwijs, werk en/of een vorm van dagbesteding. Door middel van gesprekken met de [betrokkene 3] [B] en de jeugdreclasseerder is en wordt hierop ingezoomd. Het is en blijft lastig om ergens naartoe te werken omdat [betrokkene 1] zelf niet weet wat hij wil of niet wil. Zijn hoofd blijft vol zitten met het zorg dragen voor zijn vader en zijn broertjes. [betrokkene 1] lijkt hierdoor stil te staan in zijn eigen ontwikkeling.”
2.3.2Bij de hiervoor genoemde e-mail van de raadsvrouw is verder een verklaring gevoegd van [betrokkene 1] van 18 oktober 2021. Deze verklaring houdt in:
“Hierbij verklaar ik, [betrokkene 1] dat:
Ik op eigen initiatief naar mijn vader ben vertrokken. Ben daar ook altijd vrij geweest om te gaan en staan waar ik wilde, had op elk moment (als dat mijn wens geweest zou zijn) terug kunnen keren naar Nederland.
Dat ik mijn schoolgang beëindigd hebt, wegens persoonlijke omstandigheden. Mijn vader wilde mij graag op school hebben, maar hij, noch enige andere instantie (Jeugdzorg, Jeugdreclassering, etc.) heeft dat doel ooit weten te bereiken. Hij is tot op vandaag de dag een van de weinige die mij nog onderricht.”