Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Bewezenverklaring
4.Beoordeling van de aanvraag
5.Beslissing
12 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2023 uitspraak gedaan op een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarin de aanvrager was veroordeeld voor passieve ambtelijke omkoping en valsheid in geschrift. De aanvrager, geboren in 1959, was als algemeen directeur van een gemeentelijke energiemaatschappij betrokken bij een transactie waarbij hij een bedrag van € 1.000.000,00 ontving in ruil voor zijn medewerking aan de overname van aandelen van een andere vennootschap. De aanvrager stelde dat het hof niet had bewezen dat hij als 'ambtenaar' in de zin van het Wetboek van Strafrecht handelde, omdat hij niet de netbeheerder was en er een strikte scheiding was tussen de vennootschappen. De Hoge Raad oordeelde dat, zelfs als de stellingen van de aanvrager juist waren, dit niet leidde tot het ernstige vermoeden dat het hof tot een andere uitspraak zou zijn gekomen. De aanvraag tot herziening werd dan ook afgewezen, waarbij de Hoge Raad benadrukte dat de aanvrager onder toezicht van de overheid stond en dat zijn functioneren in hoge mate werd beïnvloed door publiekrechtelijke lichamen. Dit arrest is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad.