Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
8 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij [eiser] in beroep ging tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de Gemeente Berg en Dal als rioolbeheerder voor scheurvorming en verzakking van een woning. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland en arresten van het gerechtshof, waaruit blijkt dat de klachten van [eiser] over het causaal verband niet konden leiden tot vernietiging van het eerdere arrest. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet relevant zijn voor de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De uitspraak resulteert in de verwerping van het beroep en de veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding, die aan de zijde van de Gemeente op nihil zijn begroot.