Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
5 december 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de uitlevering van een opgeëiste persoon met zowel de Nederlandse als Turkse nationaliteit naar Turkije, in verband met beschuldigingen van Opiumwetdelicten en deelname aan een criminele organisatie. De Hoge Raad heeft op 5 december 2023 uitspraak gedaan in cassatie tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland, die op 11 juli 2023 een uitleveringsverzoek van Turkije had behandeld. De opgeëiste persoon heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing, waarbij zijn advocaat D.R. Kops een cassatiemiddel heeft ingediend. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten van de opgeëiste persoon beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitlevering naar Turkije kan doorgaan.