ECLI:NL:HR:2023:1671

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
22/03855
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de kwalificatie van hijswerkzaamheden en de overeenkomst van opdracht versus aanneming van werk

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiseres] B.V. en MAMMOET HEAVYLIFT B.V. h.o.d.n. ALE HEAVYLIFT. De zaak betreft de kwalificatie van hijswerkzaamheden en de vraag of deze onder een overeenkomst van opdracht of een overeenkomst van aanneming van werk vallen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Holland en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waaruit blijkt dat [eiseres] in cassatie is gegaan tegen het arrest van het hof. De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte.

De Hoge Raad heeft de klachten van [eiseres] beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [eiseres] verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/03855
Datum1 december 2023
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: S.L. Haanschoten,
tegen
MAMMOET HEAVYLIFT B.V. h.o.d.n. ALE HEAVYLIFT,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Ale Heavylift,
advocaat: R.R. Verkerk.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/15/283353 / HA ZA 19-22 van de rechtbank Noord-Holland van 6 maart 2019 en 16 oktober 2019;
b. het arrest in de zaak 200.272.755/01 van het gerechtshof Amsterdam van 19 juli 2022.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Ale Heavylift heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Ale Heavylift mede door D.S. Walta-Jansen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Ale Heavylift begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
1 december 2023.