ECLI:NL:HR:2023:1658

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
23/02682
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitlevering van een Servische nationaliteit persoon t.z.v. moord en criminele organisatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 11 juli 2023. Het betreft een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon met de Servische nationaliteit, die wordt verdacht van moord en deelname aan een criminele organisatie. De opgeëiste persoon heeft beroep ingesteld tegen de uitlevering, waarbij zijn raadsman D.R. Kops een cassatiemiddel heeft ingediend. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten van de opgeëiste persoon beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen motivering hoeven geven, omdat de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitlevering van de opgeëiste persoon naar Servië kan doorgaan.

Deze uitspraak is van belang voor de bevoegdheidsverdeling tussen de uitleveringsrechter en de minister, en roept vragen op over de onafhankelijkheid van Servische rechters, vooral in het licht van politieke invloeden bij hun benoeming. De zaak benadrukt de noodzaak voor zorgvuldige afwegingen bij uitleveringsprocedures, vooral wanneer er twijfels zijn over de rechtsstaat in het land van bestemming.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/02682 U
Datum28 november 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 11 juli 2023, nummer [nummer] , op verzoek van de Republiek Servië tot uitlevering
van
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
hierna: de opgeëiste persoon.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de opgeëiste persoon. Namens deze heeft D.R. Kops, advocaat te Breukelen UT, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de opgeëiste persoon heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 november 2023.