Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
28 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Holland van 11 juli 2023. Het betreft een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon met de Servische nationaliteit, die wordt verdacht van moord en deelname aan een criminele organisatie. De opgeëiste persoon heeft beroep ingesteld tegen de uitlevering, waarbij zijn raadsman D.R. Kops een cassatiemiddel heeft ingediend. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten van de opgeëiste persoon beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling geen motivering hoeven geven, omdat de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bepaald in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitlevering van de opgeëiste persoon naar Servië kan doorgaan.
Deze uitspraak is van belang voor de bevoegdheidsverdeling tussen de uitleveringsrechter en de minister, en roept vragen op over de onafhankelijkheid van Servische rechters, vooral in het licht van politieke invloeden bij hun benoeming. De zaak benadrukt de noodzaak voor zorgvuldige afwegingen bij uitleveringsprocedures, vooral wanneer er twijfels zijn over de rechtsstaat in het land van bestemming.