Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 november 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [betrokkene] tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De zaak betreft een niet-ontvankelijkverklaring in hoger beroep wegens overschrijding van de appelgrens, zoals vastgelegd in artikel 332 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar de zaak eerder inhoudelijk was behandeld. De advocaat-generaal R.H. de Bock heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [betrokkene] schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van [betrokkene] over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [betrokkene] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van DUO zijn begroot op nihil.