ECLI:NL:HR:2023:1598
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door F.J. van Schip. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 juli 2021, met nummer 20/00850. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroep in cassatie was ingesteld namens [X]. De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift verzocht om binnen zes weken een bewijsstuk over te leggen waaruit blijkt dat hij gemachtigd was om het beroepschrift in te dienen. Dit verzoek is op 5 september 2023 per aangetekende brief verzonden en volgens Track&Trace van PostNL is deze brief afgeleverd op het opgegeven adres. Echter, de indiener heeft de gevraagde machtiging of verklaring niet overgelegd. Hierdoor concludeert de Hoge Raad dat de indiener niet bevoegd was om namens [X] beroep in cassatie in te stellen. Op basis van deze overwegingen heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.