ECLI:NL:HR:2023:1594
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep in cassatie tegen uitspraak bestuursrechter inzake schadevergoeding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door [X], hierna aangeduid als belanghebbende. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 8 december 2022, met nummer ZWO 22/1367 V. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, volgens artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Hoge Raad alleen kennisneemt van beroepen in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. In dit geval was er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie openstelde tegen een uitspraak van de bestuursrechter die betrekking had op een verzoek om schadevergoeding als gevolg van de tenuitvoerlegging van een strafrechtelijke beslissing. Hierdoor heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.