Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
14 november 2023.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte, die is veroordeeld voor ambtelijke verduistering en witwassen op Bonaire. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld bij de griffie van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao, in plaats van bij de griffie van het gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zoals voorgeschreven door de wet. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat deze keuze was gemaakt vanwege de COVID-19 noodtoestand, die het reizen naar Bonaire bemoeilijkte. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep, omdat het beroep niet op de juiste wijze was ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet heeft onderzocht of de griffiemedewerker van het gerecht in Curaçao aan de raadsvrouw had toegezegd dat de akte van hoger beroep naar de griffie van Bonaire zou worden doorgestuurd. Dit gebrek in de beoordeling van het hof heeft geleid tot de vernietiging van de uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie voor een nieuwe behandeling.